donderdag 18 oktober 2007

Lesgeven

Er is heel veel gebeurd de voorbije weken, maar het werd toch allemaal wat overheerst door mijn zoektocht naar een stageschool. Vorig jaar had ik de luxe gehad om op één-twee-drie een school te vinden: de eerste school waar ik naar belde (op 10 meter van ons deur nota bene) zag het al zitten. Hoe anders ging het dit jaar. Ik denk dat ik minimum vijftig mails heb rondgestuurd, eerst naar de scholen van ons dorp en de dorpen rond ons, dan naar de gemeente, dan naar alle andere deelgemeenten, dan naar de deelgemeenten van de naburige gemeenten, enz. Op den duur waren de scholen die ik aanschreef al 50 km ver. Ik werd licht wanhopig, panikeerde zelfs, want voor 5 november moet ik een stageschool vinden waar ik mijn eindstage kan doen: het is een absolute voorwaarde voor het behalen van mijn diploma leerkracht lager onderwijs eind dit schooljaar.

De reden dat het allemaal zo moeilijk ging is dat elke school in deze regio een stagecontract heeft met de normaalschool 20 km verderop. Anders dan wij moeten die studenten niet zelf een stageschool zoeken maar wordt dat voor hen geregeld. Beseffen zij wel wat een cadeau dat is? Bijna allemaal antwoordden de scholen dat ze geen plaats meer hadden door dat stagecontract. Ik kon wel huilen. Een zeldzame directeur wilde mijn vraag overwegen, maar ik had er al niet veel hoop meer op.

Gisteren kreeg ik dan eindelijk het verlossende nieuws: er was een school die niet vol zat met stagiairs van de normaalschool, maar een plaatsje had. Ik kan niet beschrijven wat een last er van mijn schouders is gegleden! Ik mag lesgeven in het tweede leerjaar, het is een klein en volgens de juf heel gezellig klasje. Ik kijk er echt naar uit, en heb er heel veel zin in!

Toen ik het nieuws aankondigde aan Wouter, en hem vertelde dat ik eind dit jaar mijn diploma ga hebben, als alles goed gaat, vroeg hij of dat betekende dat ik vanaf volgend jaar juf ben.
"Ja," antwoordde ik, "maar dat betekent natuurlijk niet dat ik ga lesgeven."
"Waarom niet?" wilde hij weten.
Nu heb ik daar allerlei redenen voor, en één daarvan is ongetwijfeld (en niet in het minst) dat ik mijn huidige werk graag doe. Maar dat vond ik nogal moeilijk uit te leggen, zo snel en ineens, dus koos ik voor: "Niemand zegt dat ik een school in de buurt kan vinden die juffen nodig heeft hé."
"O, maar dat is niet moeilijk hoor! Volgend jaar gaat mijn juf op pensioen, dus jij kan dan juf van het vijfde worden!"

Schitterend hoe eenvoudig de wereld voor een tienjarige nog is. Wellicht zeg ik dat over twintig jaar van mijn huidige wereldje ook. Binnenkort word ik dertig! Hopelijk blijkt de wereld die dag niet hopeloos veel gecompliceerder te zijn dan ik altijd heb gedacht! ;-)

woensdag 17 oktober 2007

Papa schreef het al op zijn blog (Weekend en Verdriet): één van Wouters vriendjes is vorige week gestorven. Net zoals papa wil ik over de details niet veel kwijt, om privé-redenen, maar de schok was voor ons allen toch ontzettend groot.

Hoe blij waren we dat we hem zelf het nieuws konden vertellen op zondag, en dat hij het dus niet moest horen van zijn klasgenootjes. Zo konden we hem ergens al een stukje op weg zetten in het verwerkingsproces...

Doorheen de voorbije week groeide langzamerhand het besef bij hem dat zijn vriendje echt wel gestorven was en dat dat betekende dat hij niet meer terug zou komen. Op zijn school werd erover gepraat, maar ik heb de indruk dat dat niet erg intensief was. Tenslotte was het een kindje van zijn vorige school. Daar was wel slachtofferhulp, om de kinderen op te vangen. Ik hoop dat de kinderen er iets aan hadden. Ik weet alvast dat één kindje thuis was gaan vragen "wat die kwamen doen". Het was voor hem in elk geval al geen optie om te praten over verdriet met een volslagen onbekende.

Donderdag kregen we van de buurvrouw een telefoontje met de vraag of we ook zouden gaan groeten. Papa was me vergeten vertellen dat dat donderdagavond was. Snel besliste ik dat we samen zouden gaan en Wouter zouden meenemen. Onderweg probeerde ik Wouter een beetje voor te bereiden op wat hij te zien zou krijgen. Dat lukte ten dele. Ik kon hem onmogelijk voorbereiden op de schok die hij ervaarde toen hij zijn vriendje zag liggen, met knuffels en speelgoed.

Papa schrok achteraf wel erg toen ik hem vertelde dat Wouters vriendje lag opgebaard in het rouwcentrum. Hij trok meteen mijn besluit om Wouter mee te nemen in twijfel. Had dat wel gemoeten? Had ik dat verwacht? Jazeker, zo gaat dat toch? Ik dacht dat hij dat ook wist? Hij heeft in elk geval Wouter die avond moeten opvangen, want ik moest vrij snel na het groeten naar het oudercomité. En ook al vond ik ze samen in bed toen ik thuiskwam (Wouter had blijkbaar eventjes een veilig plekje nodig), hij was er eigenlijk wel goed aan toe. Een hele hoop waarom-vragen heeft hij die avond gesteld. Op heel wat van die vragen hadden we geen antwoord, maar dat moet niemand van ons verwachten.

Het was niet moeilijk om Wouter te overtuigen om mee te gaan naar de begrafenis. Papa had hem de vrije keuze gelaten. Ik vertelde hem waar het op neer zou komen, waarom mensen begrafenissen houden, en dat het goed voor hem zou zijn om mee te gaan. Kwestie van afscheid te nemen van zijn vriendje. Hij zou horen wat zijn vriendje had betekend voor andere mensen. Hij zou zelf ook afscheid kunnen nemen, temidden van een hele gemeenschap.

De dienst zelf was prachtig. Pluim voor de juf, die samen met de kinderen van zijn klas heel de begrafenismis had georganiseerd. Het was een herinnering aan de dingen die zo typisch waren aan het overleden kind, goeie dingen, maar ook minder goeie, maar steeds met een optimistische inslag. Het inspireerde Wouter om in de daaropvolgende dagen ook te vertellen over dingen die hij had meegemaakt met zijn vriendje. Vroeger hebben ze echt heel veel met elkaar gespeeld en dat draag je mee. Het viel me op dat de dingen die hij vertelde leuke dingen waren. Misschien volgen er nog minder leuke herinneringen ook in de komende dagen. We zullen zien.

Na de begrafenismis werd een witte ballon vol boodschapjes de lucht in gestuurd, samen met allemaal kleine witte ballonnetjes, op zoek naar het vriendje dat we zelf nooit meer zullen ontmoeten...